Maandag 28 januari Iquique
‘s Morgens hebben we meteen contact gemaakt met Wladimir, die lange tijd in NL heeft gewoond. Zijn ouders zijn in de tijd van Allende gevlucht naar Nederland, daar is Wladimir naar school gegaan en daarna gaan werken voor BAS trucks Veghel. Nu zijn ze terug in Chili, Iquique en heeft hij hier zijn eigen Handel in Trucks. Hij had voor ons een adresje vlak bij ons hotel waar ze de filters van beide motoren schoon hebben gemaakt. Ze hebben op de bestaande schroef een bout gelast, en zo de deksel losgeschroefd. Die bouten gaan zo ontzettend vast zitten bij een Harley omdat de motor zo ontzettend heet word. En bijna niet los te krijgen (zegt Ad).
‘s Middags waren de motoren weer rijklaar, maar voor ons was het te laat om aan te rijden vanwege de grote afstand naar ons volgende doel.
We hebben voor het eerst sinds lange tijd een strand-dagje gehad, lekker gekeken naar de mensen die rondom je heen ook vertier zochten op het strand en in de zee.
Dinsdag 29 januari San Pedro de Atacama
Na voor de zoveelste keer weer alles gepakt te hebben, vertrokken we (op aanraden van Wladimir) niet over de Panamericana oftewel Ruta 5, maar over de kustweg naar het zuiden. De afstand maakte niet zoveel ut, maar veel mooier en vooral frisser rijden!
Nou, waren wij even blij dat wij dat advies kregen!! Het bleek een prachtige weg langs de zee, en de enige mensen die we zagen waren kampeerders die op de mooiste plekjes stonden enaf en toe lokale bevolking die in wat huisjes bij mekaar aan zee woonden.
Na 235 km konden we tanken en sloegen we af landinwaarts richting Calama, waar ook de Dakar een bivak heeft gehad. Maar we schoten zo lekker op, dat we in Calama aangekomen, besloten om verder te rijden naar het plaatsje San Pedro de Atacama. Wat een oase in de Atacama woestijn is. Dit is de droogste woestijn ter wereld en zelfs bacteriën overleven hier niet.
Ook hier keken we onze ogen weer uit bij zo’n apart landschap. En we stopten regelmatig om dat bijzondere uitzicht in ons op te nemen.
In San Pedro vroegen we aan een dorpeling waar ergens een Hotel of Cabañas te vinden waren, en ze verwezen ons naar een onverharde weg, waar na een paar km ons onderkomen voor de nacht zou zijn.
Nou ik dacht meteen als dat maar goed gaat, want het was een pad met grote stenen, gaten enz. in ieder geval geen weg voor onze motoren, maar we waren toch wel nieuwsgierig waar we uit zouden komen en bleven toch maar doorrijden. Dat was maar goed ook, want uiteindelijk kwamen we bij een plek waar de Cabañas helemaal op gingen in de natuur. Een geweldige plek midden tussen de rode rotsen.
Echt een oase van rust, als je buiten stond kon je een speld horen vallen, zó stil!!!
Dit was het uitzicht vanuit ons bijzondere plekje, onze oase voor de nacht!!